Kurkuma wordt slecht opgenomen door het lichaam. Daarom is een hoge dosis nodig om werkzaam te zijn, bijvoorbeeld om je spieren en gewrichten soepel te houden(1), geheugenverlies tegen te houden(2), depressieve klachten te verlichten(3) of je lever te beschermen(4).

Om je spieren en gewrichten soepel te houden en … nog zoveel meer gebruik je minstens 500 mg tot 1 à 1,5 gram hoog geconcentreerd kurkuma-extract, zoals uitgetest in de studies in combinatie met zwarte peper. Piperine, het pittige bestanddeel uit de zwarte peper, zorgt voor een twintigmaal betere opname van de kurkuma.

Kurkuma wordt verrassend goed verdragen. Drie maanden lang elke dag 4 tot 8 g kurkuma-extract (met 95% curcuminoïden) gaf geen bijwerkingen in het lichaam tijdens een goed gecontroleerde studie(1). Een eenmalige dosis van 12 g opgezuiverde curcuminoïden bleek niet nadelig voor de darmen(1).

Kurkuma is de wortelstok van de kruidachtige kurkumaplant ‘Curcuma longa’. De plant is lid van de krachtige gemberfamilie, maar bevat volledig andere inhoudsstofen dan gember. Dat merk je al aan de kleur van de wortel. Omwille van de diepgele kleur, tot bijna oranje, wordt kurkuma ook geelwortel genoemd.

Kurkuma kom je tegenwoordig overal tegen: in Oosterse recepten, in gezondheidsmagazines, in de apotheek, in de natuurwinkel, bij je arts. Het lijkt wel hét wondermiddel te zijn. Maar hoe veelbelovend is kurkuma nu echt voor je eigen gezondheid. Wat zijn losse verhalen en welke info is onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek? Ben je benieuwd?